Nieuwe informatiewetgeving – ziet u het bos nog?

Recent is er wet- en regelgeving van kracht geworden over het digitaal communiceren en delen van informatie met de overheid en er staan nog diverse wetten op stapel. Ook traden specifieke wetten in werking die voorschrijven welke gegevens een overheid of burger wel of niet mag verwerken. Daarbovenop verschenen nieuwe informatiewetten en -regelingen die randvoorwaarden en eisen stellen aan de openbaarheid, bewaartermijnen, hergebruik, toegankelijkheid en beveiliging van informatie. Veel informatiebeheerders zien door deze juridische bomen het informatiebos niet meer. Zou een algemene informatiewet ons kunnen helpen dit zicht weer terug te krijgen?

Nieuwe wetgeving

Het afgelopen decennium zijn er in ons land diverse wetten van kracht geworden die direct of indirect over ‘informatie’ gaan. Zo trad in 2015 de Wet hergebruik overheidsinformatie (Who) in werking die overheden verplicht om hun informatie beschikbaar te stellen aan burgers en bedrijven. Hieraan is de in 2019 in Europees verband vastgestelde Open data richtlijn gekoppeld en via de nog vast te stellen Wet implementatie Open data richtlijn (Wiodr) zal de Who dan zijn aangepast naar de laatste Europese regels voor het hergebruik van overheidsinformatie.

Het belang van privacybescherming staat sinds 25 mei 2018 op menig netvlies met het in de hele Europese Unie van kracht worden van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Deze Europese privacywetgeving is voor ons land uitgewerkt in de Uitvoeringswet AVG. Deze bepaalt de wijze waarop onder meer de overheid dient om te gaan met persoonsgegevens.

Sinds 1 mei van vorig jaar zijn we bekend geraakt met de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur: de Wet open overheid (Woo) en binnenkort gaan we ervaren wat de Wet digitale overheid (Wdo) voor impact heeft.

De Wdo moet gaan zorgen voor een veilige, digitale toegang tot overheidsdienstverlening. De eerste tranche van de Wdo treedt op 1 juli 2023 in werking en is de eerste van een reeks regels die de overheid op verschillende niveaus verder digitaal moet maken. De eerste tranche van de wet bepaalt hoe burgers en bedrijven veilig kunnen inloggen op de dienstverlening van overheidsinstanties.

Bij de voorbereiding van de Wdo was er nog sprake van dat het toezicht op de naleving van de wet door decentrale overheden als gemeenten interbestuurlijk door de provincies zou gaan plaatsvinden, maar dat is voorlopig van de baan.

Op 1 januari 2024 treedt niet alleen de Omgevingswet in werking, maar zal naar verwachting ook de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer van kracht worden. Het wetsvoorstel wijzigt diverse bepalingen over elektronisch bestuurlijk verkeer in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en andere wetten. De modernisering van de Wet elektronisch bestuurlijk verkeer uit 2004 was hard nodig om burgers en bedrijven meer mogelijkheden te bieden om via digitale kanalen met de overheid in contact te treden. Het blijft trouwens nog altijd mogelijk om via de papieren weg met de overheid te communiceren. Het verplichte gebruik van de elektronische weg kan wel in andere wetten dan de Awb worden voorgeschreven. Op 9 mei 2023 zal de Eerste Kamer het wetsvoorstel behandelen.

Ten slotte is de verwachting dat in 2024 of kort daarna ook de Archiefwet 2021 in werking kan treden.

Nog meer wetten

En dan komen er tussen nu en 2026 nog eens 13 ‘regelgevende initiatieven’ (wetten) op het gebied van digitalisering op ons af in het kader van de vormgeving van de digitale toekomst van Europa. Al deze ‘wetten’ hebben een rechtstreekse impact op de digitaliseringsopgave van de Nederlandse overheden, waaronder gemeenten. Voor de VNG was dit aanleiding om deze impact nu al in beeld te krijgen. Het resultaat is de net verschenen Analyse samenhang Europese digitale wetgeving waarin een overzicht van alle wetten staat en per wet is aangegeven welke impact deze heeft op security, communicatie, besturing en control, toezicht en handhaving, personeel, administratieve organisatie, informatievoorziening en/of juridische zaken. De analyse geeft aan wat de effecten zijn voor de digitale infrastructuur en de afhankelijkheden van andere overheden. De VNG gaat de impactanalyse uitwerken in een plan van aanpak voor het ondersteunen van gemeenten en zal aan de andere kant de interbestuurlijke samenwerking met het rijk starten.

Algemene informatiewet

Duidelijk is dat de eisen aan het delen, opslaan, beheren, beveiligen, beschermen en vernietigen van (overheids)informatie zijn verspreid over een legio aan wetten, normen en richtlijnen. Eisen die elkaar ook deels overlappen of lijken tegen te spreken, voortkomend uit verschillende belangen en rechten. Ook ontbreekt bij de overheid de algemene inkadering van informatie en wordt al decennia in dat kader geroepen om een veelomvattende informatiewet.

In het kader van het door het huidige kabinet ingezette beleid rond digitalisering zet de rijksoverheid veel middelen in. Zo worden in het kader van de verbetering van de informatiehuishouding voor openbaarheid van bestuur enkele actieplannen uitgevoerd, waaronder het generieke actieplan Open op Orde. Ook zijn er specifieke actieplannen voor het implementeren en uitvoeren van de Woo en de nieuwe Archiefwet, het inrichten van sterker toezicht op en coördinatie van informatiebeheer en het verkennen en uitwerken van een voorstel voor een algemene informatiewet. Dit laatste actieplan is geadopteerd door de regeringscommissaris informatiehuishouding (RCI) Arre Zuurmond.

De RCI pleit voor een algemene informatiewet, met het doel meer samenhang aan te brengen in de huidige informatiewetgeving en meer handen en voeten te geven aan de grote veranderslag die de informatiehuishouding bij de overheid in de komende jaren moet doormaken. In deze wet moet onder meer aandacht komen voor:

  • rechten van burgers: algemene beginselen van informatieverwerking die de overheid voor burgers moet realiseren;
  • de concrete verplichtingen van de overheid, zoals het aantoonbaar inrichten van de informatiehuishouding conform de normen in de genoemde informatiewetten;
  • duidelijke verantwoordelijkheden en bevoegdheden om gerichter te kunnen sturen op voorzieningen en standaarden voor de informatiehuishouding en op planning en verantwoording over de toepassing daarvan.

 Ook de VNG pleit voor de komst van een dergelijke wet omdat veel knelpunten in de uitvoering van primaire processen voortkomen uit de ‘versplinterde’ wet- en regelgeving. Sinds kort is de RCI actief met het onderzoeken van nut en noodzaak van een algemene informatiewet via onder meer zogenoemde keukentafelgesprekken en vinden ook elders binnen het vakgebied bijeenkomsten plaats.

Door: Peter Diebels